
Hoofdzin
Een hoofdzin is een ‘normale’ zin, die ook alleen gebruikt kan worden.
Hij kan op drie manieren geschreven worden:
- Wie of wat + 1e werkwoord + rest + 2e werkwoord
- Tijd/ plaats + 1e werkwoord + wie of wat + rest + 2e werkwoord
- Anders woord + 1e werkwoord + wie of wat + rest + 2e werkwoord
Als we maar 1 zin gebruiken, dan is dit altijd een hoofdzin.
De belangrijkste regel: 1e werkwoord op de 2e plek.
Als we twee hoofdzinnen met elkaar willen samenvoegen, gebruiken we een voegwoord.
De voegwoorden voor hoofdzin + hoofdzin
– want = reden
– en = opsomming
– maar = tegenstelling
– of = keuze
– dus = gevolg
Bijzin:
Bij een bijzin gaan alle werkwoorden achteraan. Een bijzin kan nooit alleen gebruikt worden. De bijzin wordt altijd gebruikt met een hoofdzin.
Hoe maken we een bijzin
Wie of wat + rest + alle werkwoorden
De belangrijkste regel van een bijzin: alle werkwoorden achteraan.
Wanneer is er sprake van een bijzin?
- Alles met dat (indirecte reden) – denken dat
– voelen dat
– horen dat
– hopen dat
– zien dat
– voelen dat etc……
Ik denk dat ik moe ben
Ik hoop dat ik geslaagd ben
Ik zie dat je niet kan komen
2. Alles met de vraagwoorden (relatieve bijzin)
– wie
– wat
– wanneer
– waarom
– waar
– hoe
3. alles met ‘die’ en ‘wie’ (relatieve bijzin)
De boeken die op tafel liggen..
De kinderen met wie ik vroeger speelde
4. een aantal voegwoorden voor hoofdzin + bijzin en bijzin + hoofdzin
– omdat = reden
– als = wanneer
– doordat = reden/ gevolg
– mits = op voorwaarde dat
– tenzij = behalve als
– nadat/ voordat/ terwijl = tijd
– zodat = gevold
– opdat = doel/ middel
– aangezien = reden/ verklaring
Wil je dit uitprinten? Klik dan op deze link: b2-wanneer hoofdzin:bijzin