• +31 97023229333
  • info@detaalschool.com

A1

Pre-order: Prentenboek ‘Hanna in Nederland’ – A1 – beschikbaar vanaf 1 februari

Vanaf 1 december is het prentenboek op A1-niveau beschikbaar.

Het boek bevat illustraties, foto’s en makkelijke woorden voor de A1-cursist.

Op deze manier leert de cursist makkelijk de basis van Nederlandse taal.

 

Tip: goed inzetbaar bij alfalessen

 

Totaal: € -

Antwoorden grammatica A1-werkboek

Wil je de antwoorden bekijken van het werkboek: ‘Alle grammatica op A1-niveau’?

Klik dan hier: Antwoorden grammatica- A1-werkboek om het pdf bestand te openen.

Het werkboek ‘Alle grammatica op A1-niveau’

Het eerste werkboek is uit. Het werkboek dat hoort bij ons grammaticaboek: ‘Alle grammatica op A1-niveau’.

Het boek bevat meer dan 200 grammatica-oefeningen gebaseerd het ERK en het ABCD-model van Neuner.

Het boek is geschikt voor zelfstudie, maar ook voor in de klas.

 

Totaal: € -

 

Vul het juiste werkwoord in #1 (A1) + link om te printen

  1. Hans ______________ dorst. Hij drinkt limonade
  2. Ik ___________ gezond zijn. Daarom laat ik me elke week controleren bij de dokter.
  3. Je ____________ veel fruit eten om gezond te zijn.
  4. De dokter ___________ een vriendelijke man.
  5. Als ik meer geld voor mijn werk heb, dan ____________ ik op vakantie gaan.
  6. Als ik moet werken, dan ____________ ik elke dag vroeg opstaan.
  7. Ik _________ elke zaterdag naar de markt.
  8. Elke zondag ____________ ik mijn familie een e-mail.
  9. Kleine kinderen ___________ een prik bij de dokter.
  10. Elke dag ____________ ik 10 minuten op de bus wachten.

Wil je deze oefening printen? Dat kan hier: Vul het werkwoord in#1 (A1)

Het NT2 bordspel

Dit bordspel is ontworpen door onze docent Bente van Gameren. Ze gebruikt het regelmatig in haar lessen. Het spel is te gebruiken op elk niveau. Je kunt altijd zelf regels toevoegen / minderen of eigen woorden gebruiken om het spel geschikt te maken voor jouw klas.

Download het spel hier: Bordspel (1)

Veel plezier!

‘Alle grammatica op A1-niveau voor docenten en cursisten’

Dit boek is geschikt voor de docentvrijwilliger maar ook de cursist. Het bevat een eenvoudige uitleg van alle grammatica op A1-niveau, om de uitleg in de klas zo begrijpelijk mogelijk te maken.

Het boek bevat:

  • Alle grammatica voor cursisten op A1-niveau + samenvattingen.
  • Een overzicht van veelgestelde vragen.
  • Een handig schema voor de vormen van het werkwoord.
  • Ruimte voor notities voor de docent en/ of cursist.
  • Een lijst met de grammaticale termen: Nederlands – Latijn.
Totaal: € -
  • Wanneer de betaling binnen is, ontvangt u het e-book binnen 24 uur in uw mail.

Woordenlijst: de ontmoeting (A1)

De ontmoeting – woordenlijst                                   

  1. begroeten
  2. kennismaken
  3. voorstellen
  4. dag!
  5. hallo!
  6. hoi!
  7. tot ziens!
  8. goedemorgen
  9. goedemiddag
  10. goedenavond
  11. hoe gaat het?
  12. alles goed met jou?
  13. alles goed met jullie?
  14. alles oké?
  15. hoe heet je?
  16. wat is je naam?
  17. prima
  18. goed
  19. goed hoor
  20. ja, prima
  21. niets te klagen
  22. top
  23. met jou?
  24. en met jou?
  25. met jullie?
  26. En met jullie?
  27. Met u?
  28. En met u?
  29. Hoe heet jij?
  30. Wat is je naam?

Oefentoets 2 – spreken (A1)

Maak jij de zinnen af?

Oefentoets 1 – spreken (A1)

Dit zijn 36 aanvulzinnen op A1-niveau. Kun jij de zin afmaken?

Schrijven #1 + link om te printen (A1)

 

Ik                                   stam                                                     loop

Jij / je / u                      stam + t                                               loopt

 Hij                                stam + t                                               loopt

Zij                                  stam + t                                              loopt

 

Wij / we                       infinitief                                              lopen

Jullie                            infinitief                                              lopen

Zij / ze                         infinitief                                              lopen

 

Vul de goede vorm van het werkwoord in.

  1. Hanna ______________ (bezoeken) Nederland.
  2. Hanna ___________ (ontmoeten) Thomas.
  3. Thomas _____________ (wonen) in Utrecht.
  4. Hanna en Thomas _____________ (worden) vrienden.
  5. Thomas ________________ (studeren) in Rotterdam.
  6. Hanna, wat _________(vinden) je van Thomas?
  7. Hij _______________ (spreken) goed Nederlands.
  8. Ik ________________ (spreken) nog niet goed Nederlands.
  9. Thomas ___________ (leren) Hanna Nederlands.
  10. Zij ________________ (eten) chocolade koekjes.

 

Printen inclusief grammatica: A1 – schrijven1

Printen inclusief grammatica (met Engelse vertaling):A1 – schrijven1- engels

 

12