
- Hans ______________ dorst. Hij drinkt limonade
- Ik ___________ gezond zijn. Daarom laat ik me elke week controleren bij de dokter.
- Je ____________ veel fruit eten om gezond te zijn.
- De dokter ___________ een vriendelijke man.
- Als ik meer geld voor mijn werk heb, dan ____________ ik op vakantie gaan.
- Als ik moet werken, dan ____________ ik elke dag vroeg opstaan.
- Ik _________ elke zaterdag naar de markt.
- Elke zondag ____________ ik mijn familie een e-mail.
- Kleine kinderen ___________ een prik bij de dokter.
- Elke dag ____________ ik 10 minuten op de bus wachten.
Wil je deze oefening printen? Dat kan hier: Vul het werkwoord in#1 (A1)