De passagiers van het vliegtuig van Puerto Rico naar Florida zagen dat een vrouw opeens weeën kreeg. Tijdens de vlucht is ze bevallen van een gezonde jongen.
Dit bevestigt het team van de vliegtuigmaatschappij JetBlue. Met het kind en de moeder gaat het goed. De moeder wil anoniem blijven.
Welke nationaliteit de baby krijgt is nog niet bekend. In het wetboek staat geschreven dat baby’s die geboren worden in de lucht, in een auto of schip op hun paspoort als geboorteplaats de gemeente krijgen waar hij of zij de plaats verlaten heeft. Dit geldt voor een binnenlandse vlucht.
Voor een buitenlandse vlucht is het anders. Dan wordt er gekeken naar de plaats waar het vliegtuig zich bevond, op het moment dat de moeder beviel van de baby.
Woordenlijst
De tekst + woordenlijst printen? Dat kan hier: A2 – Vrouw bevalt op kilometers hoogte van een gezonde zoon..docx
Wil je deze tekst + vragen en lesideeën wekelijks in je mail vinden? Schrijf je dan hier in.
Wil je deze zinnen printen? Dat kan hier: zinnen afmaken (A2)
Dit lesmateriaal is ingezonden door Natasja Andringa.
Morgen hoef ik niet te werken. – Ik moet mijn bureau opruimen.
HOEVEN
Hoeven is een hulpwerkwoord. ‘Hoeven’ gebruik je dus in combinatie met een infinitief. Bovendien moet je vlak vóór dat infinitief het woordje ‘te’ toevoegen.
‘Hoeven’ gebruik je altijd in een negatieve context:
– in zinnen met een ontkenning, dus in combinatie met de woordjes ‘niet’, ‘geen’, ‘niets’, ‘niemand’, ‘nooit’ of ‘nergens’
– in combinatie met woorden die door hun betekenis negatief geladen zijn.
(‘nauwelijks’, ‘amper’, ‘alleen maar’, ‘zelden’)
MOETEN
‘Moeten’ is eveneens een hulpwerkwoord. Je gebruikt het in combinatie mét een infinitief, maar zónder ‘te’. In tegenstelling tot ‘hoeven’ kan je ‘moeten’ in alle contexten (positief en negatief) gebruiken.
Hoeven of moeten?
De betekenissen van ‘hoeven’ en ‘moeten’ liggen dicht bij elkaar. Toch is er een verschil. ‘Hoeven’ is namelijk zachter dan ‘moeten’.
‘Moeten’ benadrukt de noodzaak van een situatie: de situatie controleert jou en je hebt weinig te kiezen. Bij ‘hoeven’ heb je zelf meer controle over de situatie en heb je een grotere keuzevrijheid.
Je hoeft morgen niet langs te komen. (= Het is niet nodig dat je langskomt maar je mag wel. Je beslist zelf. Ik doe de deur open als je aanbelt.)
Je moet morgen niet langskomen. (= Blijf morgen weg. Ik wil niet dat je komt. Als je het toch doet, sta je voor een gesloten deur.)
Wil je deze uitleg printen? Dan kan hier: hoeven-of-moeten-theorie